Zoals we allemaal weten: er is nog steeds weinig of geen besef van het feit dat UV-A licht na verloop van tijd afneemt en als gevolg daarvan worden lampen niet of te laat vervangen. Hierdoor zal een vliegenlamp mindergoed tot zelfs niet meer werken.
De absolute effectiviteit bepalen van UV-A lampen:
er kan op elk gewenst tijdstip een meting gedaan worden met een UV-A meter. Deze meting geeft inzicht in de lamp intensiteit die in mW/cm2 gegeven wordt. De gevonden meetwaarde (intensiteit) moet dan vermenigvuldigd worden met de totale lamp oppervlakte
Deze Intensiteit x het lampoppervlak geeft de totale UV-A output voor een lamp in een absolute waarde (in milliwatt) Om het getal in watt te kunnen meten dien je de uitkomst te delen door 1000.
Een wat praktischere benadering is volgende:
Een standaard lamp met een levensduur van 1 jaar heeft een verval (verlies) van rond de 50% na 8760 branduren, (= 1 jaar). Na een jaar heeft deze lamp nog een gemeten intensiteit van rond de 5 mW/cm2
Wat is de minimale UV A waarde die je nodig hebt om insecten aan te lokken?
Dit is een goede, maar bovendien ook heel moeilijk te beantwoorden vraag. Deze minimale waarde wordt voor een groot gedeelte bepaald door het natuurlijk licht wat in de ruimte aanwezig is en de grootte van de ruimte. In een kleine en donkere ruimte heb je significant minder UV/A licht nodig om insecten aan te trekken dan in een grote ruimte waar veel daglicht aanwezig is.
Een absolute waarde is er dus niet zo te geven. Er is wel een theoretische model wat we gebruiken voor optimalisatie van UV/A output, maar dat is in de praktijk niet direct inzetbaar – vertaalbaar.
Om concurrerend te zijn ten opzichte van daglicht, adviseren we bij een gemeten waarde onder de 5mW/cm2, de lamp te vervangen.